1. Home
  2.  » 
  3. Geschiedenis
  4.  » 
  5. Verdwenen panden
  6.  » De Eelder Tollen

De Eelder Tollen

Vanouds behoort tolheffing tot de rechten van de vorst. Zij dient als vergoeding voor het gebruik van land- en waterwegen. Het is tevens een primitief invoerrecht, omdat het geheven wordt naar de aard en hoeveelheid van de passerende goederen. Bij een wegtol speelt het onderhoud van de weg en eventueel de bescherming van reizigers tegen overlast een rol. Uiteraard is tolheffing bij het publiek niet populair.  De Grondwet van 1815 geeft de Koning het oppertoezicht over de waterstaat, waaronder de wegen worden begrepen. Bij afzonderlijke Koninklijke Besluiten worden tolheffingen ingesteld. De gemeente Eelde heeft twee tollen op haar grondgebied gehad en wel in Eelderwolde en op Oosterbroek (Burgemeester J.G. Legroweg).
Tolhuis bij Eelderwolde
Voor de tol op Eelderwolde is op 14 januari 1871 concessie gevraagd. Hiertoe behoort ook de tolboom over de weg, die van de Madijk naar de weg van Eelderwolde loopt en daar de weg kruist. De tol is verpacht aan een tolgaarder of aan een pachtbedrijf die er een tolgaarder op zet. Het tolhuis, dat bij deze tol hoort, is gelijk met de aanleg van de verharde weg gebouwd (1867-1868). Op 15 november 1947 wordt de functie van tolhuis afgeschaft en in 1948 afgebroken.
Tolhuis in Eelderwolde
Tolhuis bij Oosterbroek
Bij Koninklijk Besluit van 17 november 1842, nr. 20 is aan de NV Straatwegmij. Eelde-De Punt concessie verleend voor het heffen van een tol op de weg Eelde-De Punt. Het wegbeheer is in 1909 door de gemeente Eelde overgenomen en daarmee ook de tolheffing. Van 1943 tot 1946 is het tolhuisje gevorderd door de Duitse Wehrmacht. Het tolhuis staat nog steeds aan de Burgemeester Legroweg en staat op de lijst van Rijksmonumenten.
Tolhuis bij Oosterbroek
De opheffing van de tollen
Over de opheffing van de tollen is reeds in 1929 correspondentie gevoerd. Het Ministerie van Waterstaat is voorstander van het opheffen van de tollen en stelt een kleine bijdrage uit het Wegenfonds beschikbaar als tegemoetkoming. Als blijkt dat in de gemeente Eelde tolheffing krachtens een gemeentelijke belastingverordening geschiedt komt Eelde niet in aanmerking voor een bijdrage uit het Wegenfonds. Door de opening van het vliegveld in 1931 stijgt de opbrengst van de tol bij Oosterbroek, waardoor het opheffen daarvan nog moeilijker wordt. Met het Ministerie van Waterstaat is afgesproken dat de gemeente de meer opbrengsten van 15.000 gulden per jaar (de opbrengst van beide tollen) in een reservefonds wordt gestort, dat van de afkoopsom moet worden afgetrokken. Deze afkoopsom is vastgesteld op 330.000 gulden.
 
Bij raadsbesluit van 5 september 1947 wordt besloten de beide tollen met ingang van 16 november 1947 op te heffen. Het duurt nog tot 1954 voordat de afkoop van de tollen is afgerond.
Opheffing tolhuis Eelderwolde november 1947