1. Home
  2.  » 
  3. Geschiedenis
  4.  » 
  5. Bijzondere locaties
  6.  » Nijsinghhuis

Nijsinghhuis

Hoofdweg 80 staat in het dorp bekend onder drie namen: Schultenhuis, Nijsinghhuis en Oud-Gemeentehuis. Deze drie namen herinneren aan de functies die dit huis in het verleden heeft gehad en aan de Eeldenaren die hier hebben gewoond.
Het huis biedt tot midden 17e eeuw huisvesting aan de schultenfamilie Alting. Op 16 juni 1589 sterft Rudolf Alting, Schulte van Eelde. Rudolf is de vader van hervormer Menso Alting, die zeer waarschijnlijk in november 1541 in dit huis is geboren. Dochter Roelfien van een nazaat van de Alting familie trouwt met Jan Nijsingh, advocaat en landschrijver. Zij gaan wonen in het ouderlijk huis van Roelfien in Eelde. In 1654 wordt dit huis verbouwd. In 1669 wonen Schulte Johan Alting en de landschrijver Nijsingh nog steeds gezamenlijk in hetzelfde huis. In 1670 gaat het schultenhuis over naar de familie Nijsingh, waardoor het zijn status als schultenhuis verliest.

Gerestaureerd Nijsinghhuis 1973
Achter- en zijgevel Nijsinghhuis in 1941

In de 18e eeuw is het huis gemoderniseerd in de Marotstijl en uitgebreid met een schuur. De gevelsteen op de schuur draagt het jaartal 1726. Bovendien zorgt de familie Nijsingh voor de aanleg van een grote tuin met appelhof. Tot 1769 bewoont een lid van de familie Nijsingh het huis. In 1769 wordt het huis verkocht aan Edzard Willem Lewe. In 1806 koopt de Eelder advocaat Warmolt Tonckens het Nijsinghhuis. Hij is in vrouwelijke lijn een afstammeling van de Altings. Warmolt Tonckens is van 1819 tot 1823 burgemeester van Eelde.

Daarna verhuurt hij het Nijsinghhuis als ambtswoning aan zijn opvolgers. In 1893 wordt het pand door de gemeente van Tonckens gekocht en op 11 mei 1896 in gebruik genomen als gemeentehuis. Na 1939, als het nieuwe gemeentehuis in Paterswolde in gebruik is genomen, wordt het Nijsinghhuis achtereenvolgens gebruikt als bureau Sociale Zaken, distributiekantoor, nutsspaarbank en schoolgebouw en raakt sterk in verval.

In 1971 kan verder verval van het historische pand worden voorkomen doordat de gemeente het huis verkoopt aan het echtpaar Jos en Janneke van Groeningen voor de symbolische prijs van één gulden onder voorwaarde van volledige restauratie. De restauratie start in 1972. Niet alleen het huis, maar ook de tuinen worden in ere hersteld. Het pand is aangewezen als een Rijksmonument.

Kunst in het Nijsinghhuis

In 1983 start Matthijs Röling met schilderingen in de huidige ‘blauwe kamer’, gevolgd door schilderingen in de bibliotheek. Wout Muller voorziet het achterhuis van een erotisch kabinet. Hij en Matthijs Röling schilderen op het plafond van de hal een sterrenhemel. Ook kunstenaars als Clary Mastenbroek, Olga Wiese en Pieter Pander leveren bijdragen door wandschilderingen in verschillende vertrekken. De beschilderde benedenruimtes zijn op enkele dagen per jaar voor het publiek toegankelijk.

Als de gemeente Eelde in 1990 plannen lanceert voor de bouw van een flatgebouw tussen het Nijsinghhuis en de historische kerk, doen Jos van Groeningen en zijn vrouw Janneke van Groeningen-Hazenberg een tegenvoorstel. Op de plaats van het geplande flatgebouw wilden zij een museum voor figuratieve kunst bouwen. Het echtpaar Van Groeningen roept de Stichting Het Nijsinghhuis in leven. Ze slagen erin de nodige fondsen te verwerven voor een driedelig plan bestaande uit het Nijsinghhuis, het Museum de Buitenplaats en een museumtuin. Dit plan wordt door de gemeente Eelde goedgekeurd. In 1996 wordt het museum door Koningin Beatrix geopend. In 2000 wordt de tuin opengesteld voor het publiek.

De afbeeldingen op deze pagina zijn gemaakt door John Stoel en door Sake Elzinga en ontleend aan het boek: Het Nijsinghhuis te Eelde, door Jos van Groeningen. ISBN: 90-77050-11-6.   De foto’s zijn met toestemming van Museum De Buitenplaats geplaatst.

Nijsinghhuis-voormalige raadzaal-blauwe kamer

Afbeelding 1 van 7

Kunst in het Nijsinghhuis-foto Sake Elzinga