1. Home
  2.  » 
  3. Geschiedenis
  4.  » 
  5. Bijzondere locaties
  6.  » De Dorpskerk

De Dorpskerk

De Dorpskerk van Eelde in 2006

De uit de 14de eeuw daterende kerk is een van de belangrijkste kerkgebouwen in Drenthe en is aangemerkt als Rijksmonument. Het is een kerk zonder toren, maar wel voorzien van een zeer aantrekkelijke dakruiter.
Het is onbekend wanneer de kerk in Eelde is gebouwd. Uit een koopakte uit 1139 blijkt dat hij bestaat. Deze kerk is van tufsteen gebouwd en heeft een min of meer rechthoekig vorm en een ingebouwde toren. Bij een restauratie in 1973 is de gehele fundering in kaart gebracht en ingetekend in de plattegrond van de huidige kerk.

Het is mogelijk dat op de plaats van de eerste kerk een nog oudere houten kerk heeft gestaan, zoals in Norg en Vries het geval is. Dit is tot nu toe niet vastgesteld. Het is niet duidelijk of de tufstenen kerk door de toen veel voorkomende twisten of door brand is verwoest of dat deze te klein is geworden. Wel is duidelijk dat begin 14de eeuw een nieuwe kerk op dezelfde plaats is gebouwd met een rechthoekig schip en een driezijdig koor. De hiervoor benodigde kloostermoppen zijn in een veldoven bij de kerk of in de directe omgeving gebakken. Een deel van de tufstenen van de oude kerk is opnieuw gebruikt.
De huidige dorpskerk heeft geen toren, maar een dakruiter, die uit de 17de of 18de eeuw dateert. Op een afbeelding uit 1545 heeft de kerk een heuse toren. Deze is mogelijk afgebrand of op andere wijze verdwenen. Op de dakruiter staat als windwijzer een weerhaan.

De plattegrond van de huidige kerk met die van de tufstenen kerk daarin getekend.
De preekstoel met daarvoor de doopvont.

De zeskantige preekstoel dateert uit 1621 en is de oudste in de provincie Drenthe. Het jaartal is te zien aan de onderzijde van het front en op de trap. Uit het ‘kerckenboek’ blijkt dat meester Lucas de preekstoel heeft vervaardigde en daarvoor 63 gulden krijgt. De preekstoel is een goed voorbeeld van de renaissance stijl, zoals die na de invoering van de Reformatie word toegepast. Het klankbord van de preekstoel is versierd met snijwerk. Op de vier hoeken staan halve maantjes op een houten blok.

De doopvont is in overleg met een aantal gemeenteleden in 1980 vervaardigd door de Amsterdamse kunstenaar Leo van den Bos. Het handvat van het deksel heeft de vorm van een duif, symbool van de Heilige Geest. In de doopschaal is de tekst van Psalm 36:10 te lezen. Aan de vier zijkanten van het bekken heeft Van den Bos reliëfs aangebracht die taferelen uitbeelden uit Johannes 9, het verhaal van de blindgeborene.

Over de dorpskerk is een boek verschenen: De geschiedenis van de Eelder kerk.

De doopvont
Het gestolen avondmaalzilver.

Het avondmaalzilver

In de 17e eeuw is avondmaalzilver aan de kerk geschonken, dat mogelijk ook in die eeuw is vervaardigd. In 1894 is dit zilver verkocht en komt na vele omzwervingen in het Rijksmuseum terecht. De kerkvoogden kopen een nieuw avondmaalstel, bestaande uit drie broodschotels, twee bekers en twee offerschalen. Dit zilveren stel is vervaardigd door de firma J.M. van Kempen. Onverlaten hebben begin 2011 dit kostbare religieuze erfgoed gestolen.

Het Van Dam orgel

Het orgel

Uit bronnen blijkt dat de kerk reeds vroeg in het bezit is van een orgel. Een eerste bericht dateert uit 1563, uit de rooms-katholieke tijd. Het is mogelijk dat omstreeks 1650 de kerk een nieuw orgel geschonken heeft gekregen. In 1713 is de kerk voorzien van een nieuw orgel, dat vermoedelijk gebouwd is door Rudolf Garrels en Jan Radeker. Dit instrument maakt in 1907 plaats voor het huidige orgel van Pieter van Dam en is betaald uit de opbrengst van het in 1894 verkochte avondmaalzilver.

De herenbank van de voormalige havezate Oosterbroek staat in het koor.

Herenbank

In het koor bevindt zich de bank van de voormalige havezate Oosterbroek met de wapens van de families Van Welvelde en Burmania in één ovaal schild, omgeven door engelfiguurtjes onder een kroon. Als schildhouders fungeren twee leeuwen. Deze herenbank maakt deel uit van een hoge lambrisering en een rondlopende bank.

Het koorplafond.

Koorplafond

Het stenen gewelf van het koor is in het begin van de 18e eeuw vervangen door een houten plafond. In 1715 is dit plafond beschilderd door vermoedelijk Hermannus Collenius (1650-1723). Het betreft een allegorische voorstelling van leven en dood, vreugde en rouw. Deze thema’s staan in verband met de grafkelder die zich onder de koorvloer bevindt. Het koorplafond met de beschildering is in 2000 gerestaureerd.

Het wijdingskruis op de noordelijke muur.

Het wijdingskruis

Bij de restauratie van de kerk in 2000, waarbij het pleisterwerk geheel is vernieuwd, is op de noordelijke muur een wijdingskruis aangetroffen. Dit kruis dateert uit de tijd vóór de Reformatie. Het is een rood kruis met iets verbrede uiteinden, dat door een eveneens rode cirkel met brede rand is omgeven. Vaak worden in die tijd 12 kruisen aangebracht, die herinneren aan ‘het fundament van de apostelen’. In de dorpskerk zien we slechts één kruis. Mogelijk dat de andere kruisen na de reformatie verwijderd zijn of zich nog achter de banken in het koor bevinden.